BROODJE MET TAUGÉ-EISALADE
(2 personen )Was 100 g taugé in ruim water en verwijder eventueel de groene velletjes. Doe de taugé in een vergiet en schenk er ±11 kokend water over. Laat de taugé uitlekken en afkoelen. Prak in een kom 2 hardgekookte eieren fijn. Meng er 2 eetlepels mayonaise, 1 theelepel ketjap manis, 8 gesnipperde zoetzure zilveruitjes, 1 gesnipperde augurk, 1 theelepel kerriepoeder, zout en peper door. Schep de taugé erdoor. Snijd 2 sesambolletjes open en besmeer de helften met boter. Leg ze op 2 borden,verdeel de salade erover. Garneer de broodjes met in plakjes gesneden tomaat.
SUIKERBROOD
Nodig: 500 g bloem, 10 g zout, 35 g gist, 2 dl melk, boter, 250 g grove witte kandijsuiker of klontjes suiker, 1 tl kaneel.
Van deze benodigdheden maken we weer een fijn deeg, met dien verstande, dat de kandijsuiker en de kaneel er na de eerste keer rijzen doorheen gekneed worden. In plaats van grove kandij suiker kunnen we ook klontjes gebruiken, die dan in tweeën gebroken worden, Het bakken gebeurt weer op dezelfde manier als bij witbrood.
NOTENBROOD
Nodig: 500 g bloem, 35 g gist, 10 g zout, 2 ½ dl melk, 25 g basterdsuiker, 25 g boter of margarine, 2 eieren, 200 g gemengde noten.
Doe de bloem met het zout en de basterdsuiker in een kom. Maak een kuiltje en breek hierin de eieren. Meng de gist aan met de lauwwarme melk en schenk dit erbij. Roer vanuit het midden en neem steeds wat bloem mee. Smelt de boter of de margarine en voeg deze bij het mengsel. Kneed het deeg goed en laat het vervolgens een uur rijzen. Hak de noten fijn en werk deze na de eerste rijsperiode door het deeg. Volg de verdere bereidingswijze, zoals is beschreven bij pruimen-notenbrood.
PRUIMEN-NOTENBROOD
Nodig: 500 g bloem, 2 ½ dl melk, 10 g zout, 50 g boter of margarine, 25 g basterdsuiker, 100 g noten, 2 eieren, 150 g gedroogde pruimen, 35 g gist.
Doe de bloem met het zout en de basterdsuiker in een kom: Maak een kuiltje en breek hierin de eieren. Meng de gist aan met de lauwwarme melk. Schenk dit erbij en roer vanuit het midden met een houten lepel, steeds wat bloem van de kanten meenemend. Smelt de boter of de margarine, roer deze door het mengsel. Kneed een deeg en laat het voor de eerste keer rijzen, zoals is beschreven bij fijn wittebrood. Hak de noten en snijd de gedroogde pruimen klein. Houd enkele hele noten en pruimen achter voor de bovenkant van het brood. Werk de fijn gehakte noten en de kleingesneden pruimen door het deeg. Vorm het brood (zie bij fijn wittebrood) en leg dit met de naad naar onderen in het blik. Druk boven in het deeg de achtergehouden noten en pruimen. Plaats het blik op een rooster op de onderste richel van de oven. Bak het brood gaar in een warme oven in ongeveer ¾ uur (de oven dient minder warm te zijn dan voor een brood zonder vulsel). Laat het pruimen-notenbrood op een taartrooster afkoelen.
BRUINBROOD
Nodig: 500 g ongebuild tarwemeel, 25 g gist, 3 dl melk, 10 g zout.
Doe het meel met het zout in een kom. Maak een kuiltje en schenk de gist, die met lauwwarme melk is aangemengd, hierin. Volg de verdere bereidingswijze, zoals is beschreven bij wit brood. Verdeel na de eerste rijsperiode het deeg in de helft. Vorm van één deel een brood. Laat dit voor de tweede maal rijzen en bak het zoals het fijne wittebrood. Maak van de andere helft kleine broodjes. Vorm hiertoe kleine bolletjes deeg en druk deze enigszins plat. Leg de bollen op een beboterd bakblik. Plaats dit onder in de oven, die op z’n laatst is gesteld. Zet een kommetje met water erbij. Laat het deeg nog een half uur rijzen. Neem vervolgens het bakje met water uit de oven. Laat de oven vrij heet worden en bak de bruinbroodjes in 15 à 20 minuten gaar. Bestrijk ze, direct na het uit de oven nemen, met een kwastje met water en laat de broodjes op een taartrooster afkoelen.
BANANENBROOD
Nodig: 500 g ongebuild tarwemeel, 35 g gist, ½ à 1 dl melk, 10 g zout, 50 g boter of margarine, 25 g basterdsuiker, 5 bananen.
Doe het meel met het zout en de basterdsuiker in een kom. Maak hierin een kuiltje en schenk de gist, die met de lauwwarme melk is aangemaakt, erin. Roer vanuit het midden en neem steeds wat meel mee. Smelt de boter of de margarine en maak de bananen fijn. Voeg deze bij het deeg en kneed dit goed. Daar fijngemaakte bananen veel vocht bevatten, is de hoeveelheid melk zeer klein. Pas na het doorkneden is te zien of het deeg goed van dikte is. Voeg zo nodig nog wat melk toe, wanneer het deeg te stijf, en wat meel, wanneer het te slap is.
Volg de verdere bereidingswijze, zoals is beschreven bij bruinbrood.
KRENTENBOLLEN zijn dankbare producten van het brooddeeg.
Voor acht grote of tien kleine, lekkere, verse, eigengebakken krentenbollen hebben we nodig: 250 g bloem, 5 g zout, 20 g basterdsuiker, 20 g gist, 1 dl melk, 25 g boter, 1 ei, 200 g krenten of krenten en rozijnen.
We maken hier weer een elastisch deeg van, maar houden een deel van het ei achter. Na de eerste keer rijzen kneden we de gewassen en gedroogde krenten (rozijnen) er doorheen. Dit deeg verdelen we nu in 8 of 10 bolletjes, welke we op een vetgemaakt bakblik leggen en dan even platdrukken, zodat ze echt de vorm van krentenbollen zullen krijgen. Het bakblik plaatsen we op een teiltje met warm water en leggen er een vochtige doek overheen. Na een half uur bestrijken we de bollen met het achtergehouden ei, dat we even loskloppen. We zetten het bakblik op de onderste richel van een vrij hete oven en bakken de krentenbollen in 15 à 20 minuten gaar en goudbruin.
KRENTENBROOD
Nodig voor een broodblik van 38 cm lengte en 11 cm breedte: 500 g bloem, 40 g gist, 50 g boter of margarine, 10 g zout, 1 ½ à 2 dl melk, 200 g krenten, 200 g rozijnen, 50 g basterdsuiker, 2 eieren.
Doe de bloem met het zout en de basterdsuiker in een kom en maak een kuiltje. Breek hierin de eieren. Meng de gist aan met de lauwwarme melk en schenk dit eveneens in het kuiltje. Roer met een houten lepel vanuit het midden en neem steeds wat bloem van de zijkanten mee. Smelt de boter of de margarine en laat deze even afkoelen. Werk de gesmolten boter erdoorheen. Kneed het deeg vervolgens flink met de handen tot het elastisch is en niet meer aan de handen vastplakt. Laat het deeg op een warme vochtige plaats rijzen gedurende ¾ uur (bijvoorbeeld in een kom, die geplaatst wordt in een teiltje met vrij warm water, dat wordt afgedekt met een vochtige doek). Kneed het deeg nogmaals en werk de krenten en rozijnen erdoorheen. Rol het deeg op tot een lange dikke rol, die precies in het broodblik past. Beboter het blik en leg het deeg met de naad naar onderen in het broodblik. Plaats dit op een bakblik onder in een lauwwarme oven. Zet een kopje met water ernaast. Laat het deeg nog ¾ uur rijzen. Neem dan het kopje water eruit. Stel de oven op vrij warm (200°). Bak het brood gaar in ongeveer 40 minuten. Bestrijk de bovenkorst met wat water en schuif het brood nog heel even in de oven. Neem de vorm uit de oven en laat hem even afkoelen. Keer het krentenbrood op een taartrooster en laat het koud worden.
N.B. Bij gebruik van een elektrische oven: laat het deeg voor de tweede maal rijzen op de onderste richel van de oven en schakel de onderwarmte op stand 2 gedurende ¾ uur. Schakel vervolgens de onderwarmte op vol en de bovenwarmte op stand 1 gedurende 30 minuten en daarna 10 minuten op stand nul.
WIT BROOD
Voor het bakken van een wit brood heeft u nodig voor een vorm van 30 cm lengte en 8 cm breedte: 500 g bloem, 10 g zout, 25 g gist, 3 dl melk of water.
Wanneer u in het bezit bent van een grotere vorm, kunt u meer van alle ingrediënten nemen. De verhouding moet dan wel dezelfde blijven. De hoeveelheid zout is altijd 2% van de hoeveelheid bloem. Voor de gist is deze meestal 5 % , alleen bij brood met vulsel, zoals krentenbrood, nemen we wat meer gist: ongeveer 7 ½ % van de hoeveelheid bloem. Vulsel in het deeg maakt het brood wat zwaarder, dus rijst het wat moeilijker. Daarom nemen we dan een grotere hoeveelheid gist, echter nooit meer dan 10%.
Voor een grotere vorm zouden we dus nodig hebben: 750 g bloem, 2 % zout = 15 g zout , 5% gist 37 ½ g gist (afgerond 35 g), 4 ½ dl melk of water.
Weeg en meet alles nauwkeurig af. Dit vooral is van groot belang, daar anders de onderlinge verhouding verloren gaat. Doe de bloem in een kom en meng het zout er doorheen. Nu laten we het vocht op temperatuur komen. Of we melk of water gebruiken hangt van onze smaak af. Melkbrood blijft bij bewaren langer vers, terwijl waterbrood een iets meer knapperige korst krijgt bij het bakken. De temperatuur van de melk of het water moet lauwwarm zijn. Te koud mag ze niet zijn, daar de gist dan te langzaam zou werken. Bij te hoge temperatuur kan de gist onwerkzaam worden en dan zou het deeg in het geheel niet meer rijzen. De gist werkt het best in een lauwwarme omgeving. Wanneer de melk of het water warm genoeg is, mengen we de gist aan in ‘n apart kommetje tot ze is opgelost. Nu maken we een kuiltje in de bloem en gieten daar het gistmengsel in. Met een houten lepel roeren we van binnen uit het kuiltje en mengen steeds meer bloem met het gistmengsel. Dan voegen we de overige melk of het water toe en mengen alles goed dooreen. Nu gaan we met het kneden beginnen. We strooien wat bloem op het aanrecht of op de tafel. Vooral niet te veel bloem gebruiken, daar dit weer in het deeg verwerkt wordt en dan het brood te massief zou worden. Kneden doen we met beide handen (die vanzelfsprekend schoon zijn). De beweging gebeurt vooral met de muis van onze handen. We kneden net zo lang tot het deeg elastisch is en niet meer aan onze handen of aan de tafel vastplakt. Het deeg doen we over in een schone kom. Het rijzen moet op een vochtige, lauwwarme plaats geschieden, dus zetten we de kom in een teiltje met vrij warm water. Daar de dikte van de kom er nog tussen zit, is de warmte juist goed voor het deeg. Over het geheel leggen we een vochtige doek. De tijd van het rijzen is ¾ tot 1 uur. Zo nodig verversen we na een half uurtje het water, daar anders de temperatuur te veel daalt. Laten we vooral zorgen, dat er geen tocht is en dat er ook geen stroom koude lucht bij kan komen door een open raam. Het deeg is goed gerezen, wanneer het volume verdubbeld is, en wanneer we met de vingers kuiltjes er in drukken, moeten deze blijven staan en niet terugvloeien. We kneden het deeg nogmaals met de handen goed door. Nu gaan we het brood vormen. We maken van het deeg een lap, die net zo breed moet zijn als het broodblik lang is. Deze lap rollen we op. Wanneer we de rol in het beboterde broodblik leggen, zorgen we er voor, dat de naad aan de onderkant komt. Nogmaals wordt het deeg te rijzen gezet op een vochtige, warme plaats. Heeft het blik geen naden, dan kan dit weer in een teiltje met warm water gezet worden. Ook kunnen we het brood voor de tweede keer laten rijzen in de oven zelf. We plaatsen dan een braadslee met water onder in de oven, zodat de omgeving toch vochtig is. De oventemperatuur moet zo laag mogelijk zijn. De tweede rijsperiode duurt een half uur. We bakken het brood in een vrij hete oven. Daartoe plaatsen we het broodblik op het rooster op de onderste richel. (De braadslee met water is dan natuurlijk uit de oven gehaald.) De bak- tijd is ongeveer 30 minuten. Het brood is gaar wanneer we met kloppen een holle klank te horen krijgen. Even voordat we het brood uit de oven halen, strijken we met ‘n kwastje met water over de bovenkant, zodat de korst een glimmend laagje krijgt. We keren het brood op een rooster en laten het uitdampen.
GEMBERBROOD
Nodig: 500 g bloem, 10 g zout, 25 g basterdsuiker, 35 g gist, 2 dl melk, 50 g boter, 1 ei, ½ dl gembersiroop, 200 g gember.
De bereidingswijze verschilt niet zo heel veel van die van het witbrood. Het deeg wordt fijner gemaakt door het toevoegen van basterdsuiker, boter, ei en gemberstroop, Als vulsel wordt hier fijngesneden gember gebruikt. We maken de gist aan met de lauwwarme melk. De bloem in de kom wordt gemengd met het zout en de basterdsuiker. Het gistmengsel gieten we weer in het kuiltje en met een houten lepel roeren we van binnen uit, Dan voegen we de gemberstroop, de gesmolten boter en het ei toe. Van dit alles kneden we het deeg. De rijstijden zijn dezelfde als bij het witbrood. Na het eerste rijzen kneden we de fijngesneden gember door het deeg heen. Dit moet wel goed gebeuren, daar anders de kans bestaat, dat alle gember op één plaats blijft zitten. Ook het bakken zal niet veel moeilijkheden opleveren, wanneer we dat precies zo doen als bij het witbrood.
APPEL-NOTENBROOD
Nodig: 100 g vlug kokende havermout, 1 dl melk, 50 g boter of margarine, ½ tl zout, 3 el honing, 25 g gist, 2 eieren, 250 g tarwemeel, 250 g bloem, 1 tl kaneel, 90 g suiker, 2 appelen, 100 g hazelnoten. Voor de garnering: ½ ei, 1 el boter of margarine, 50 g hazelnoten, 2 el suiker.
Voeg de havermout bij de warme melk. Voeg de boter of de margarine en het zout toe en als het mengsel lauwwarm is geworden, ook de honing. Roer de gist met wat lauw water tot een papje en voeg dit met de eieren bij het reeds bereide mengsel. Zeef het tarwemeel met de bloem en de kaneel er bij. Voeg de suiker toe en meng het geheel goed door elkaar, Rasp de geschilde appelen en hak de hazelnoten fijn. Voeg deze bij het deegmengsel. Kneed het geheel op een met bloem bestoven tafel of aanrecht tot een soepel, elastisch deeg. Doe het deeg over in een met boter of margarine ingesmeerd broodblik en laat het deeg, afgedekt met een vochtige doek, op een lauwwarme plaats gedurende ¾ uur rijzen tot het dubbele volume is verkregen. Bestrijk de bovenkant met wat losgeklopt ei. Vermeng de rest van het ei met de gehakte hazelnoten, de gesmolten boter of margarine en de suiker. Strijk dit mengsel uit over het deeg. Bak het geheel in een vrij hete oven in 45 minuten tot 1 uur gaar. Neem het brood uit de oven, keer het op een taartrooster en laat het uitdampen afkoelen.
PIKANTE BROOD-KAASSCHOTEL MET TOMATENSAUS EN WITLOFSLAATJE
De broodschotel: restje oud bruinbrood, boter of margarine, 1 dl melk, 2 eieren, 100 g bloem, 150 g geraspte kaas, peterselie, zout, peper, kerriepoeder, nootmuskaat, 4 dl melk, paprikapoeder.
Snijd het restje brood in zoveel sneetjes als op de bodem van een vrij grote, platte, vuurvaste schotel passen. Beboter deze schotel en leg de sneetjes brood erin. Schenk 1 dl melk hier overheen. Breek in een kom 2 eieren. Voeg de bloem, de geraspte kaas, fijngehakte peterselie, wat zout, peper, kerriepoeder en nootmuskaat toe. Schenk bij kleine hoeveelheden tegelijk de melk erbij en klop het geheel glad en zonder klontjes. Schenk dit mengsel over de sneetjes brood en strooi er tot slot wat paprikapoeder over. Plaats de schotel in het midden van een matig warme oven en laat het geheel vast worden in 15 tot 20 minuten. Schuif, indien zich dan nog geen lichtbruin korstje heeft gevormd, de schotel iets hoger in de oven en laat hem zo staan tot een korstje is gevormd.
Maak in die tijd de tomatensaus met: 25 g boter of margarine, 4 dl melk, 1 kleine ui, 2 e tomatenpuree, 25 g bloem.
Smelt de boter of de margarine in een steelpan. Fruit hierin de kleingesneden ui heel even. Voeg de bloem toe en roer tot een geheel ontstaat. Schenk bij kleine hoeveelheden tegelijk de melk erbij en roer daarbij de massa steeds goed glad. Roer de tomatenpuree erdoorheen. Maak de saus op smaak af met wat zout, peper en fijngehakte peterselie.
Het witlofslaatje: 500 g witlof, slaolie, azijn.
Snijd het witlof heel klein en was het. Laat de groente goed uitlekken. Maak een sausje van slaolie, azijn, zout en peper. Meng dit door het witlof. Presenteer de pikante brood-kaasschotel warm met de tomatensaus en het witlofslaatje. Geef dit ter afwisseling eens als warme maaltijd. Het broodkaasgerecht wordt hierbij in punten of rechthoeken verdeeld en op de bordjes met wat tomatensaus overgoten, terwijl het slaatje erbij wordt gegeten.
CHAMPIGNONSNEETJES
Nodig: 1 ui, boter of margarine, peterselie,150 g champignons, tomatenketchup, zout, peper, 8 sneetjes oud brood, citroensap.
Snijd de ui heel klein. Was de champignons en snijd ze in schijfjes. Smoor beide onder toevoeging van wat zout, peper en citroensap gaar in wat boter of margarine. Bak in die tijd de dunne sneetjes brood, die van de korstjes zijn ontdaan, in de koekenpan in wat boter of margarine aan beide kanten vlug bruin. Verdeel het champignonmengsel over de gebakken sneetjes brood. Garneer ze met een blaadje peterselie en een toefje tomatenketchup.
N.B. Vindt u gebakken sneetjes brood te vet, rooster ze dan.
SCHUIMIG BROODTOETJE
Nodig: 12 sneetjes brood, boter of margarine, honing, 50 g gepelde pinda’s, 2 ½ dl melk, 1 el suiker, 2 eieren, 75 g suiker.
Besmeer 6 sneetjes brood met boter en dan met honing. Hak de pinda’s fijn en strooi hiervan wat over de honing. Houd wat fijngehakte pinda’s achter om deze later over het eiwit te strooien. Besmeer de andere sneetjes alleen met boter en druk die op de met honing besmeerde sneetjes. Scheid de dooiers en het wit van de eieren. Roer de dooiers met de suiker en voeg de melk toe. Week hierin de dubbele sneetjes brood en laat ze uitlekken. Leg de sneetjes op een ingevette bakplaat en laat ze in een matig warme oven lichtbruin worden. Klop het eiwit stijf, voeg beetje voor beetje en al kloppende de suiker toe. Schep het stijfgeslagen eiwit op de gebakken broodsneetjes. Strooi de rest van de gehakte pinda’s er overheen. Laat het eiwit in een lauwwarme oven met overwegend bovenwarmte drogen en lichtbruin van kleur worden. Dit schuimig broodtoetje kan zowel warm als koud gegeven worden.
BROODOMELET
Nodig: 4 eieren, 4 el melk, zout, peper, paprikapoeder, 4 sneetjes brood in blokjes, boter of margarine, geraspte kaas.
De eieren loskloppen met de melk, wat zout, peper en paprikapoeder. In een koekenpan de blokjes brood bakken in wat boter of margarine. Het eiermengsel erop schenken en een omelet ervan bakken. Met geraspte kaas bestrooien en de omelet dubbelgevouwen op een schotel schuiven.
BROODPUDDING
Nodig: 200 g oud brood, 2 dl melk, 50 g bloem, 1 tl bakpoeder, ½ tl zout, 2 pakjes vanillesuiker, 50 g suiker, 1 ei, ½ el gekonfijte sinaasappelschil, 40 g gebroken biscuits, 1 appel, margarine, paneermeel.
Week het in dobbelsteentjes gesneden brood in de melk. Schep het af en toe om, zodat het gelijkmatig doordrenkt wordt. Zeef er de bloem met het bakpoeder, het zout en de vanillesuiker bij. Roer het ei met de suiker en de gekonfijte sinaasappelschil tot een schuimige massa. voeg er de gebroken biscuits en den geraspte appel aan toe, schep het mengsel door de broodmassa. Smeer een warme puddingvorm goed in met margarine, bestrooi hem met paneermeel en vul hem met het puddingmengsel. Plaats de gesloten vorm in pan met kokend water, zodat de vorm 2 cm boven het water uitsteekt en kook de inhoud in ca. 1 – ½ uur gaar. Stort de pudding op verwarmde schotel en geef er desgewenst warme vanille- of vruchtensaus bij.
BROODSCHOTEL
Nodig: 250 g brood, ¾ l melk, 20 g custardpoeder, ½ tl zout, 40 g rozijnen, geraspte schil van 1 sinaasappel, een mespunt kruidnagel, ½ tl kaneel, 40 g suiker, 2 pakjes vanillesuiker, jam.
Maak het custardpoeder met een beetje koude melk aan tot een papje. Breng de rest van de melk met het zout, de rozijnen, de geraspte sinaasappelschil. kruidnagel en kaneel en de suiker aan de kook. Voeg het brood toe en laat dit 7 minuten zachtjes koken. Giet onder roeren het aangemaakte custardpoeder bij de kokende massa en laat het geheel nog 2 minuten doorkoken. Voeg er de vanillesuiker aan toe en dien het gerecht in de verwarmde schotel op en giet er een beet hete jam overheen.
BROODPANNENKOEK
Nodig: 150 g brood, 2 dl appelsap, 50 g bloem, ½ tl bakpoeder, ½ tl zout, 25 g gebroken biscuits, ½ el gekonfijte sinaasappelschil, een stukje margarine, een paar el jam, wat poedersuiker.
Snijd het brood in dobbelsteentjes, week het in het appelsap. Schep het af en toe om, zodat het gelijkmatig doordrenkt wordt. Zeef er de bloem met het bakpoeder en het zout bij. Voeg de gebroken biscuits en de sinaasappelschil toe en meng ze tegelijk met de bloem door de broodmassa. Laat wat margarine in een koekenpan heet worden. Strijk de helft van het beslag uit in de pan en bak de koek aan beide zijden goudbruin en gaar. Keer hem hiervoor voorzichtig met een deksel om. Leg hem op een verwarmde schotel, bestrijk hem met jam en bak de tweede koek op dezelfde wijze. Leg hem op de eerste en bestrooi hem met poedersuiker. Snijd de koeken in punten en geef ze warm.
SMAKELIJKE BROODPASTA
Nodig: 100 g erwten (bij voorkeur spliterwten), tuinkruiden, een klein bosje peterselie, enige bouillonblokjes (of wat aroma), een weinig uienpoeder (of een echt uitje), zout en een lepel bloem.
De erwten worden geweekt en gekookt. Als wij geen spliterwten in voorraad hebben en wij moeten hele erwten, groene erwten, gebruiken, dan dienen wij deze eerst te zeven. Na het gaar worden van de erwten binden wij deze met wat bloem. Het spreekt vanzelf dat wij het erwtennat, dat zoveel vitaminen bevat, niet weggooien. Aroma, uienpoeder (of uitje) worden toegevoegd. Eerst als onze erwten goed zijn afgekoeld, mengen wij er de goed fijn gesneden tuinkruiden en de peterselie door. Flink fijn gemaakt en door elkaar gemengd, is deze broodpasta een zeer smakelijk smeersel op de boterham. Het spaart ons boter uit en bovendien bevat het nog veel vitaminen.
SPEKBOTERHAMMETJES
Hiervoor kunt U het best wat sneetjes oud bruin brood nemen, omdat die het lekkerst smaken bij het spek. Strooi op elk sneetje brood een dikke laag geraspte kaas, en stuif daarover wat paprikapoeder. Op de kaas komt een dun plakje ontbijtspek of bacon. Zet de boterhammetjes nu in een goed warme oven, tot het brood krokant is, de kaas gesmolten en het spek knapperig. U kunt nu 2 sneetjes brood op elkaar leggen en ze nog even in de oven zetten. U kunt ook de kaas tussen 2 boterhammetjes strooien en die in de koekenpan aan weerskanten bakken en er daarna een knapperig gebakken plakje spek op leggen.
KRENTENBROOD VAN MOSKOVISCH DEEG
Nodig: 125 g tarwebloem, 100 g boter, 100 g suiker, iets zout, eieren, 175 g mengsel van krenten, rozijnen, sukade, geraspte schil van 1 citroen, 1 tl bakpoeder.
Besmeer de vorm met boter en bestrooi hem met een mengsel van bloem en poedersuiker. Hak boter, bloem en zout met een mes tot een fijn kruimelige massa. Roer de eidooiers met de suiker glad en luchtig. Was de krenten enz. en droog ze weer goed. Klop het eiwit zo stijf mogelijk. Leg hierop alle andere ingrediënten en schep alles zo vlug mogelijk om en om, tot een sponzig gelijk mengsel. Doe het in de vorm en bak het in een hete even (van tevoren al aanzetten) ca. 45 min. De oven na ca. 15 min. temperen. Dadelijk uit de vorm nemen en laten afkoelen.
AMANDELBROODJES
Nodig: 100 g bloem, 100 g boter, 125 g gepelde gemalen amandelen, 125 g suiker, 1 ei, wat zout, geraspte citroenschil, respectievelijk vanilleschraapsel en wat water.
Van bloem, boter, zout en water maken wij een zogenaamd feuilleteedeeg.
U neemt dus uw 100 g bloem, 100 g boter, het puntje van een theelepel zout en 0,4 dl water. Daarvan maakt u een deeg, dat u vervolgens 20 minuten op een koele plaats laat rusten. Maak nu van de koude boter een rechthoekig blokje, met behulp van wat meel en een stukje grauw papier. Daarna bestuift u een plank met meel en rolt het deeg er op uit tot een dunne plak. Leg nu het plakje boter er op en pak dit geheel in de deeglap, door die deeglap er aan alle kanten voorzichtig omheen te slaan, zodat de boter er geheel in schuil gaat. Bent u zo ver, dan rolt u het pak voorzichtig opnieuw uit, nu met boter en al, maar zo, dat de boter er niet uitgedrukt wordt. Daarom dient de boter behoorlijk koud en hard te zijn. U rolt een plak van ongeveer één centimeter dikte. Teneinde vastkleven aan de plank te voorkomen, bestuift u die van tijd tot tijd weer met wat meel. Nu vouwt u de lap in de lengte en in de breedte in drieën en zet hem opnieuw 20 minuten rustig op een koele plaats. Is deze rusttermijn verstreken, dan rolt u de lap nog een keer op ditmaal in tegenovergestelde richting, vouwt hem weer op en zet hem weer 20 minuten weg. Dat herhaalt u zo drie tot vier keer. Thans is het feuilleteedeeg gereed en voor het omvormen in verrukkelijke amandelbroodjes geschikt. De laatste keer, dat u het deeg uitrolt, maakt u er een lange smalle lap van, die u in zes rechthoekige stukken snijdt. Daarna beginnen we met het gereedmaken van de vulling. Roer het ei met de suiker tot een schuimig geheel, voeg er de citroenschil of het vanilleschraapsel bij en de gemalen amandelen, die u, om ze bijzonder fijn te hebben, nog eens ten tweeden male maalt. Van dit mengsel, dat niet vloeibaar mag zijn, als u de juiste hoeveelheden genomen hebt, maakt u zes rolletjes. Leg die rolletjes stuk voor stuk op een lapje deeg. De ene helft van het deeg slaat u er dan over heen.. De randen van het deeg maakt u met een beetje water vochtig en drukt ze met een vork stevig op elkaar. Zo is dus de amandelvulling aan alle kanten goed ingepakt in het deeglapje. Hebt u op deze wijze alle zes de amandelbroodjes ingepakt, dan legt u ze op een bakblik, bestrijkt ze met wat eigeel, dat u voor dit doel van het ei apart gehouden hebt, bestrooit ze met wat suiker en bakt ze ongeveer 20 minuten in een hete oven. Na de pruimen komen de kwetsen, die meestal voor inmaak en jam gebruikt worden. Men kan er echter ook heerlijke kwetsenflapjes mee maken. Neem 250 g tarwebloem, een ei, 30 g boter, wat zout en koude melk en maak daarvan een fijn deeg. Rol dat dun uit, snijdt er vierkantjes van en doe daar een pruim in. De flappen worden dan in kokend zout water gekookt, tot ze boven komen drijven. Ze zijn dan gaar, moeten uitlekken, waarna men ze in een ijzeren steelpan goudgeel kan bakken.
BESCHUIT MET OMELET
Nodig voor 6 personen: 6 beschuiten, 4 eieren, 2 afgestreken el suiker, ½ stokje vanille, een scheutje rode wijn of vruchtensap, ca. 60 g boter.
Drenk de beschuiten in de wijn, waarin wat suiker is opgelost of in wat vruchtensap. Zorg, dat ze niet breken. Roer de eierdooiers glad met het gespleten stokje vanille en de suiker. Klop het eiwit zo stijf mogelijk. Laat de boter in een koekenpan smelten, maar zorg, dat ze niet bruin wordt. Bak hierin den onderkant der beschuiten mooi bruin. Keer de beschuiten om en bedek deze met een flinke schep van het eimengsel, waarvoor men het eiwit zo luchtig mogelijk met de eierdooiermassa heeft vermengd. Doe nu een deksel op de pan en zet deze op een heel zacht vuur. Laat de eimassa stollen en dien het gerecht daarna onmiddellijk op, daar anders de omelet weer gaat zakken.
FRANSE KAAS BROODSCHOTEL
Nodig: 30 g boter, 1 teentje knoflook, 6 sneetjes brood zonder korst, 2 eieren, 2 dl witte landwijn, 1 dl bouillon, zout, Worcesterhiresaus, paprikapoeder, nootmuskaat, 150 g geraspte belegen kaas.
Beboter met een klein gedeelte van de boter de bodem van een vuurvaste schotel. Hak het knoflookteentje zeer fijn, vermeng het met de rest van de boter, besmeer hiermee de sneetjes brood en leg ze in een vuurvaste schotel. Klop de eieren goed los en voeg al roerende de wijn, de bouillon, iets zout, Worcesterhiresaus, paprikapoeder en nootmuskaat toe en roer er tot slot de geraspte kaas door. Giet de massa over de sneetjes brood en plaats de schotel op het rooster in het midden van de oven. Laat het gerecht gaar worden en heel lichtbruin kleuren (gratineren).
AMANDELBROODJES
Nodig: 100 g bloem, 100 g boter, 125 g gepelde gemalen amandelen, 125 g suiker, 1 ei, wat zout, geraspte citroenschil, respectievelijk vanilleschraapsel en wat water.
Van bloem, boter, zout en water maken wij een zogenaamd feuilleteedeeg.
U neemt dus uw 100 g bloem, 100 g boter, het puntje van een theelepel zout en 0,4 dl water. Daarvan maakt u een deeg, dat u vervolgens 20 minuten op een koele plaats laat rusten. Maak nu van de koude boter een rechthoekig blokje, met behulp van wat meel en een stukje grauw papier. Daarna bestuift u een plank met meel en rolt het deeg er op uit tot een dunne plak. Leg nu het plakje boter er op en pak dit geheel in de deeglap, door die deeglap er aan alle kanten voorzichtig omheen te slaan, zodat de boter er geheel in schuil gaat. Bent u zo ver, dan rolt u het pak voorzichtig opnieuw uit, nu met boter en al, maar zo, dat de boter er niet uitgedrukt wordt. Daarom dient de boter behoorlijk koud en hard te zijn. U rolt een plak van ongeveer één centimeter dikte. Teneinde vastkleven aan de plank te voorkomen, bestuift u die van tijd tot tijd weer met wat meel. Nu vouwt u de lap in de lengte en in de breedte in drieën en zet hem opnieuw 20 minuten rustig op een koele plaats. Is deze rusttermijn verstreken, dan rolt u de lap nog een keer op ditmaal in tegenovergestelde richting, vouwt hem weer op en zet hem weer 20 minuten weg. Dat herhaalt u zo drie tot vier keer. Thans is het feuilleteedeeg gereed en voor het omvormen in verrukkelijke amandelbroodjes geschikt. De laatste keer, dat u het deeg uitrolt, maakt u er een lange smalle lap van, die u in zes rechthoekige stukken snijdt. Daarna beginnen we met het gereedmaken van de vulling. Roer het ei met de suiker tot een schuimig geheel, voeg er de citroenschil of het vanilleschraapsel bij en de gemalen amandelen, die u, om ze bijzonder fijn te hebben, nog eens ten tweeden male maalt. Van dit mengsel, dat niet vloeibaar mag zijn, als u de juiste hoeveelheden genomen hebt, maakt u zes rolletjes. Leg die rolletjes stuk voor stuk op een lapje deeg. De ene helft van het deeg slaat u er dan over heen.. De randen van het deeg maakt u met een beetje water vochtig en drukt ze met een vork stevig op elkaar. Zo is dus de amandelvulling aan alle kanten goed ingepakt in het deeglapje. Hebt u op deze wijze alle zes de amandelbroodjes ingepakt, dan legt u ze op een bakblik, bestrijkt ze met wat eigeel, dat u voor dit doel van het ei apart gehouden hebt, bestrooit ze met wat suiker en bakt ze ongeveer 20 minuten in een hete oven.
Na de pruimen komen de kwetsen, die meestal voor inmaak en jam gebruikt worden. Men kan er echter ook heerlijke kwetsenflapjes mee maken. Neem 250 g tarwebloem, een ei, 30 g boter, wat zout en koude melk en maak daarvan een fijn deeg. Rol dat dun uit, snijdt er vierkantjes van en doe daar een pruim in. De flappen worden dan in kokend zout water gekookt, tot ze boven komen drijven. Ze zijn dan gaar, moeten uitlekken, waarna men ze in een ijzeren steelpan goudgeel kan bakken.
BROODTAART
Nodig: 400 g brood, 4 el jam of vruchtenmoes, 4 el water, ½ l custardvla.
Het brood snijden, de jam (het vruchtenmoes) met water verdunnen. Op een bord 4 sneetjes in een vierkant leggen, met de verdunde jam (vruchtenmoes) bevochtigen en met een laagje custardvla bedekken. Hierop weer sneetjes brood leggen en deze met jam bevochtigen en tot het brood op is. De bovenste laag moet custardvla zijn.
Tot slot de ,,taart” nog met wat jam versieren.
BROODTAART
Nodig: 12 sneetjes oud brood zonder korst, 100 g zelfrijzend bakmeel, ½ l melk, 2 eieren, 150 g rozijnen, krenten en sukade (of van een van de drie alleen 150 g), 60 g suiker, 100 g boter, wat kaneel.
Maak de melk warm en week daarin de sneetjes brood, waarna ge ze er geheel in fijn wrijft (met een vork). Roer er de eierdooiers, de suiker, de rozijnen enz., de kaneel en het laatst de stijfgeklopte eiwitten door. Vul met dit deeg een met boter besmeerde en met paneermeel bestoven springvorm en bak de taart in een matig warme oven mooi bruin.
BROODPANNEKOEK.
Nodig: 4 personen: 400 g wit brood, 4 dl. melk, 1 ei (of 10 gr. puddingpoeder), 40 g suiker, 20 g. bloem, wat rozijntjes of dadels, geraspte schil van sinaasappel of citroen, boter of margarine om in te bakken.
Week het brood in de melk. Giet de overtollige melk tijdelijk af en wrijf het brood fijn. Klop het ei los of maak de puddingpoeder met de rest van de melk aan. Meng dit met de bloem, de suiker, de geraspte schil, de gewassen rozijnen of gesneden dadels door het brood. Voeg bij gebruik van een ei de rest van de melk toe. Dit beslag mag vooral niet te stijf zijn. Smelt wat boter of margarine in de koekenpan en bak het beslag hierin aan beide zijden mooi bruin. Keer de koek op een deksel om. Dien de broodpannenkoek zo heet mogelijk op met vruchtencompote of vruchtensapsaus.
GEBAKKEN EIERSANDWICH
Nodig: 2 boterhammen, boter, 1 plak schouderham, 2 eetlepels geraspte belegen kaas, 1 ei.
Het brood dun met boter besmeren en ham ertussen leggen. De bovenkant van het brood met kaas bestrooien. In een koekenpan een klontje boter smelten, de boterham met een deksel op de pan zachtjes bakken tot de kaas gesmolten is. Het ei tegelijk bakken en op de gebakken dubbele boterham serveren.
Variatie: 1 of 2 spiegeleieren bakken, 2 boterhammen met salami beleggen en het ei erop leggen.
BROODJE EIER-PREISALADE
2 personen
Nodig: 3 hardgekookte eieren, 50 g prei (of 3 bosuitjes), 1 eetlepel mayonaise, 1 eetlepel yoghurt of kwark, 1 theelepel mosterd, (selderij)zout, peper, 2 pistolets of 4 bolletjes.
De eieren pellen en fijnsnijden. De prei ragfijn snipperen. In een kom een sausje roeren van yogonaise en mosterd, eistukjes en prei erdoor scheppen, met zout en peper op smaak brengen. De salade over de broodjes verdelen.
Variatie: de prei door 2 fijngesneden augurkjes vervangen of door stukje paprika en nog 1 eetlepel kleine hamblokjes toevoegen.
GEVARIEERDE TOASTJES MET EI
Ronde toastjes dun met roomboter besmeren en beleggen met plakje hardgekookt ei, toefje mayonaise en toefje peterselie Variatie 1: met plakje hardgekookt ei en garnalen
Variatie 2: met plakje hardgekookt ei en half artisjokhart (blikje)
Langwerpige toastjes dun met roomboter besmeren en beleggen met afwisselend plakjes hardgekookt ei en komkommer Variatie 3: plakje hardgekookt ei, reep iets dikker gesneden achterham en gare asperges. Variatie 4: plakjes hardgekookt ei, ansjovisreepjes, toefjes mayonaise en kappertjes
ITALIAANSE BOL MET EI
Nodig: 1 Italiaanse bol, 10 g boter, blaadje krulsla, 1 plak parmaham, 1 vleestomaat, 1 theelepel pesto of snufje oregano en peper, 1 hardgekookt ei.
De bol opensnijden en met boter besmeren. Beleggen met sla, parmaham en plakjes tomaat, deze met pesto bestrijken of met oregano en peper bestrooien. Tot slot plakjes ei erop leggen.
Variatie: het broodje met pindakaas en een mespunt sambal. besmeren. Eventueel geraspte kokos of seroendeng erop strooien. Beleggen met plakjes hard gekookt ei, geraspte kokos of seroendeng erop strooien. Beleggen met plakjes hard gekookt ei.
BROODPANNENKOEK MET GEBAKKEN APPELSCHIJVEN
Nodig: 4 zure appelen, 4 sneetjes oud brood, 2 dl melk, 50 g bloem, geraspte citroenschil, 20 g suiker, 1 ei, zout, boter of margarine.
De korstjes van het brood afsnijden. Het brood fijnmaken en met eidooier, suiker, geraspte citroenschil, bloem, zout en melk tot een dik beslag roeren. Het eiwit stijf kloppen en luchtig door het beslag scheppen. Wat boter of margarine in een koekenpan smelten en met de helft van het beslag niet te vlug een pannenkoek bakken. Ondertussen de appelen wassen, boren en in schijven snijden. Ze aan weerskanten in wat boter of margarine bakken tot ze zacht zijn. De helft van de gebakken appelschijven op de pannenkoek leggen. Vervolgens van de rest van het beslag de tweede pannenkoek bakken en deze op de eerste leggen. Het gerecht garneren met de overgebleven gebakken appelschijven en met wat suiker bestrooien.
KAASTOSTI (1 PERSOON)
Nodig: 2 boterhammen, 20 gr boter, 1 plakham,1 plak jong belegen kaas.
Besmeer de boterhammen aan beide kanten met boter. Leg de plak ham en kaas op de ene en bedek deze met de andere boterham. Snijd ze middendoor en grill de beide tosti’s in een speciaal daarvoor bestemd tosti-ijzer tot ze goudbruin zijn en de kaas is uitgevloeid. Zo nodig kan men ook zonder boter tosti’s maken.
BOERENTOAST
Met boeren heeft deze toast natuurlijk niets te maken, net zo min als de boerenomelet, maar de naam klinkt leuk en nostalgisch.
Nodig: 4 sneden witbrood, 150 g Hausmacher leverworst, 1 ui, 1 theelepel gedroogde majoraan, 2 appelen, 1 versgemalen peper, olie, wat tuinkers.
Rooster de sneetjes aan één kant Maak de leverworst fijn met een vork en meng er de zeer fijn gesnipperde ui en de majoraan door. Strijk dit op de ongeroosterde kant Schil en boor de appelen, leg op de leverworst plakken appel en strooi daarop wat grof gemalen peper. Strijk er wat olie op en bak de sneetjes in een voorverwarmde oven 10 à 12 minuten. Strooi er tenslotte wat tuinkers op.
VRUCHTENBROOD UIT CORNWALL
Nodig: 250 g patentbloem, 2 1/2 theelepel bak poeder, snufje zout, ruim ½ theelepel kaneel, ruim ½ theelepel nootmuskaat, bijna ½ theelepel gemberpoeder, 1 groot ei, ¼ liter melk, 45 g boter of margarine, 120 g suiker, 100 g fijngesneden gedroogde vruchten bijv. abrikozen, pruimen, appeltjes, rozijnen, 1 eetlepel fijn gehakte oranjesnippers, 1 theelepel citroenrasp, 50 g gehakte walnoten.
Zeef bloem, bakpoeder, zout, kaneel en nootmuskaat in een kom, voeg de suiker toe, de citroenrasp, het geklopte ei en de melk. Kneed hiervan een stevig deeg. Voeg er dan de noten aan toe en de fijngesneden vruchten (de rozijnen laat u natuurlijk heel), die u een uurtje hebt laten weken en goed hebt gedroogd. Giet er de gesmolten boter bij en zo nodig nog wat melk. Het moet een wat kleverig deeg worden. Breng het over in een beboterd en met bloem bestoven cakeblik. Bak dit brood in een matig hete oven (180 à 200 °C) in ongeveer een uur gaar. Sneetjes vruchtenbrood met room boter besmeerd zijn erg lekker bij de thee.
TILBURGSE WORSTENBROODJES
Nodig: 250 g bloem, 35 g boter zacht, 10 g gist, 1 1/4 dl melk lauwwarm, zout, 200 g gehakt h.o.h, 2 kleine eieren, ½ zakje gehaktkruiden.
De bloem zeven. De boter heel zacht roeren. De gist oplossen in de lauw- warme melk. De boter, het opgeloste eist en wat zout in een kuiltje bij de bloem schenken en vanuit het midden de bloem erbij roeren. Het deeg soepel kneden en op een warme plaats 1 uur laten rijzen. Het gehakt mengen met een ei en de kruiden. Het deeg op een, met weinig bloem bestrooid, werkvlak uitrollen tot een rechte lap met een dikte van ½ cm en een breedte van 25 cm. De lap in de lengte doormidden snijden en in de breedte in reepjes van 6 cm snijden. Van het gehakt zoveel rolletjes vormen als er plakjes deeg zijn. Op ieder lap je een rolletje gehakt leggen, het deeg erom vouwen en de naad en zijkanten wat aandrukken. De broodjes met de naad beneden op een ingevette bakplaat leggen en met losgeroerd ei bestrijken. De broodjes een half uur laten narijzen in de oven. Ze daarna in 30 minuten gaar en lichtbruin bakken in een warme oven 150-175°C.
HARTIGE WENTELTEEFJES
Nodig: 2 eieren, 1/2 theel. kerriepoeder, 4dl melk, 50g boter, 8 à 10 oude boterhammen (bruin of wit), plakjes kaas, bearnaisesaus uit een flesje.
Klop de eieren met het kerriepoeder los en voeg de melk toe. Verwarm een klontje boter in de koekenpan. Laat zoveel boterhammen als er in de pan passen 1 minuut in de melk weken en laat ze uitlekken. Bak de boterhammen op een middelmatig vuur aan beide kanten goudbruin. Serveer ze warm met een plakje kaas of wat saus.
BROODJES GEVULD MET ZUURKOOL EN MET WORST
Lunchgerecht voor 4 personen
Nodig: 250 g zuurkool, 150 g metworst, 4 ronde (harde) broodjes, 2 eetl. crème fraîche.
Spoel de zuurkool af. Snijd de zuurkoolsliertjes in kleine stukjes. Snijd de worst in kleine blokjes of reepjes. Snijd het kapje van de bolletjes en hol de binnenkant iets uit. Kook de zuurkool ongeveer 10 minuten en giet af. Verwarm de zuurkool en metworst kort in een koekenpan met antiaanbaklaag. Roer de crème fraîche erdoor en vul de broodjes ,met dit mengsel. Leg de kapjes op de broodjes.
BROODJE GEZOND
Benodigd per broodje: een bruin bolletje, 50 gram Alfalfa, een gekookt ei, drie radijsjes, boter, zout en peper.
Snijd het bolletje open, besmeer het met boter en verdeel de Alfalfa hierover. Leg de in plakjes gesneden ei evenals de in Schijfjes gesneden radijs op de Alfalfa en strooi er tot slot wat zout en peper over.
TOMAAT-UIENBROODJES
Nodig: 4 witte bolletjes, 1 ui, 1 vleestomaat, 50 g (Hollandse) geitenkaas, olie.
De bolletjes kruisgewijs insnijden, wat kruim eruit plukken. De ui snipperen en over de broodjes verdelen. De vleestomaat in plakken snijden en in de broodjes een plak schuiven. De verbrokkelde kaas erop leggen. De broodjes in aluminiumfolie verpakken en 10 minuten in een zeer hete oven 225°C, gasstand 5 – 6 schuiven.