KERSTKOEKJES
Nodig: 250 g stroop, 50 g vet, 125 g suiker, 500 g zelfrijzend bakmeel, de schil van een citroen, ½ tl gemengde koekkruiden, 25 gram cacao.
De stroop en het vet verhitten tot het mengsel vloeibaar wordt. De suiker er dan aan toevoegen en de massa zolang
roeren tot die afgekoeld is. Dan het zelfrijzend bakmeel samen met de kruiden en de geraspte citroenschil toevoegen. Het deeg nu goed kneden, daarna op een met meel bestoven plank uitrollen en met verschillende vormpjes uitsteken. De koekjes nu bij een middelmatige temperatuur 12 tot 15 min. bakken. Als ze koud zijn de koekjes met chocolade- of suikerglazuur bestrijken en met amandelen, gekonfijte citroenschil, flikjes of rozijntjes garneren. Mengt men door de helft van het deeg cacao, dan krijgt men een soort chocoladedeeg, waaraan, indien nodig, een weinig melk wordt toegevoegd.
Voor het suikerglazuur roert men 200 g gezeefde poedersuiker met een eiwit en het sap van een citroen tot een schuimige massa. Voor de chocoladeglazuur mengt men 200 g poedersuiker met 2 el cacao en zeeft dit. Daaraan voegt men 3 el heet water of hete melk toe en ten slotte 20 g gesmolten vet. De chocoladeglazuur moet mooi glanzend zijn en moet onmiddellijk gebruikt worden.