INDISCHE PASTEITJES

± 45 stuks, 2 bakplaten

Nodig: 1 pak witbroodmix, 25 g boter, 2 eetlepels olie, 300 g nasi (restant of van de slager), 50 g prei, 4 hardgekookte eieren, 1 – 2 eetlepels ketjap manis, sambal, zout, peper, 1 losgeklopt ei.

Het broodmix bereiden met de boter, de olie en 3 dl handwarm water en afgedekt 15 minuten laten rijzen. De nasi in een kom doen. De prei heel fijn snijden, de eieren pellen en snipperen. Prei en stukjes ei door de nasi scheppen. De nasi op smaak brengen met ketjap, sambal, (eventueel) zout en peper. Van het ei 3 eetlepels bewaren, de rest door de nasi scheppen. Het brooddeeg in tweeën verdelen en dun uitrollen. Met een uitsteker of glas rondjes van ± 8 cm uitsteken. Elk rondje met de hand wat uitrekken de randen met water bestrijken, een lepel vulling erin scheppen, de randen goed op elkaar plakken en met een vork aandrukken. De pasteitjes op een met bakpapier beklede bakplaat leggen en afgedekt ½ uur laten narijzen. Het ei met 2 eetlepels water loskloppen en de pasteitjes dun hier dun mee bestrijken. De pasteitjes in het midden van een vrij hete oven (200°C) in 15 – 20 minuten goudbruin en gaar bakken. Variatie: de nasi door 500 g tartaar of rundergehakt vervangen. Hierdoor 50 g fijngesneden prei, 1 gesnipperd teentje knoflook, 1 eetlepel kruidenmix voor nasi, de stukjes ei, en losgeklopt ei en zout en peper mengen.