Posted by Sander Sanders - oktober 15th, 2013

SUIKERBROOD

Nodig: 500 g bloem, 10 g zout, 35 g gist, 2 dl melk, boter, 250 g grove witte kandijsuiker of klontjes suiker, 1 tl kaneel.
Van deze benodigdheden maken we weer een fijn deeg, met dien verstande, dat de kandijsuiker en de kaneel er na de eerste keer rijzen doorheen gekneed worden. In plaats van grove kandij suiker kunnen we ook klontjes gebruiken, die dan in tweeën gebroken worden, Het bakken gebeurt weer op dezelfde manier als bij witbrood.

NOTENBROOD
Nodig: 500 g bloem, 35 g gist, 10 g zout, 2 ½ dl melk, 25 g basterdsuiker, 25 g boter of margarine, 2 eieren, 200 g gemengde noten.

Doe de bloem met het zout en de basterdsuiker in een kom. Maak een kuiltje en breek hierin de eieren. Meng de gist aan met de lauwwarme melk en schenk dit erbij. Roer vanuit het midden en neem steeds wat bloem mee. Smelt de boter of de margarine en voeg deze bij het mengsel. Kneed het deeg goed en laat het vervolgens een uur rijzen. Hak de noten fijn en werk deze na de eerste rijsperiode door het deeg. Volg de verdere bereidingswijze, zoals is beschreven bij pruimen-notenbrood.

PRUIMEN-NOTENBROOD
Nodig: 500 g bloem, 2 ½ dl melk, 10 g zout, 50 g boter of margarine, 25 g basterdsuiker, 100 g noten, 2 eieren, 150 g gedroogde pruimen, 35 g gist.
Doe de bloem met het zout en de basterdsuiker in een kom: Maak een kuiltje en breek hierin de eieren. Meng de gist aan met de lauwwarme melk. Schenk dit erbij en roer vanuit het midden met een houten lepel, steeds wat bloem van de kanten meenemend. Smelt de boter of de margarine, roer deze door het mengsel. Kneed een deeg en laat het voor de eerste keer rijzen, zoals is beschreven bij fijn wittebrood. Hak de noten en snijd de gedroogde pruimen klein. Houd enkele hele noten en pruimen achter voor de bovenkant van het brood. Werk de fijn gehakte noten en de kleingesneden pruimen door het deeg. Vorm het brood (zie bij fijn wittebrood) en leg dit met de naad naar onderen in het blik. Druk boven in het deeg de achtergehouden noten en pruimen. Plaats het blik op een rooster op de onderste richel van de oven. Bak het brood gaar in een warme oven in ongeveer ¾ uur (de oven dient minder warm te zijn dan voor een brood zonder vulsel). Laat het pruimen-notenbrood op een taartrooster afkoelen.

BRUINBROOD
Nodig: 500 g ongebuild tarwemeel, 25 g gist, 3 dl melk, 10 g zout.
Doe het meel met het zout in een kom. Maak een kuiltje en schenk de gist, die met lauwwarme melk is aangemengd, hierin. Volg de verdere bereidingswijze, zoals is beschreven bij wit brood. Verdeel na de eerste rijsperiode het deeg in de helft. Vorm van één deel een brood. Laat dit voor de tweede maal rijzen en bak het zoals het fijne wittebrood. Maak van de andere helft kleine broodjes. Vorm hiertoe kleine bolletjes deeg en druk deze enigszins plat. Leg de bollen op een beboterd bakblik. Plaats dit onder in de oven, die op z’n laatst is gesteld. Zet een kommetje met water erbij. Laat het deeg nog een half uur rijzen. Neem vervolgens het bakje met water uit de oven. Laat de oven vrij heet worden en bak de bruinbroodjes in 15 à 20 minuten gaar. Bestrijk ze, direct na het uit de oven nemen, met een kwastje met water en laat de broodjes op een taartrooster afkoelen.
BANANENBROOD
Nodig: 500 g ongebuild tarwemeel, 35 g gist, ½ à 1 dl melk, 10 g zout, 50 g boter of margarine, 25 g basterdsuiker, 5 bananen.

Doe het meel met het zout en de basterdsuiker in een kom. Maak hierin een kuiltje en schenk de gist, die met de lauwwarme melk is aangemaakt, erin. Roer vanuit het midden en neem steeds wat meel mee. Smelt de boter of de margarine en maak de bananen fijn. Voeg deze bij het deeg en kneed dit goed. Daar fijngemaakte bananen veel vocht bevatten, is de hoeveelheid melk zeer klein. Pas na het doorkneden is te zien of het deeg goed van dikte is. Voeg zo nodig nog wat melk toe, wanneer het deeg te stijf, en wat meel, wanneer het te slap is.
Volg de verdere bereidingswijze, zoals is beschreven bij bruinbrood.

KRENTENBOLLEN zijn dankbare producten van het brooddeeg.

Voor acht grote of tien kleine, lekkere, verse, eigengebakken krentenbollen hebben we nodig: 250 g bloem, 5 g zout, 20 g basterdsuiker, 20 g gist, 1 dl melk, 25 g boter, 1 ei, 200 g krenten of krenten en rozijnen.
We maken hier weer een elastisch deeg van, maar houden een deel van het ei achter. Na de eerste keer rijzen kneden we de gewassen en gedroogde krenten (rozijnen) er doorheen. Dit deeg verdelen we nu in 8 of 10 bolletjes, welke we op een vetgemaakt bakblik leggen en dan even platdrukken, zodat ze echt de vorm van krentenbollen zullen krijgen. Het bakblik plaatsen we op een teiltje met warm water en leggen er een vochtige doek overheen. Na een half uur bestrijken we de bollen met het achtergehouden ei, dat we even loskloppen. We zetten het bakblik op de onderste richel van een vrij hete oven en bakken de krentenbollen in 15 à 20 minuten gaar en goudbruin.

Blog Home